GenZLab is de werktitel van het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoeksproject (PWO) waarmee Howest tegemoet komt aan vragen uit het werkveld naar meer inzicht in ideeën, wensen en motivaties van jongeren. Tijdens het project bevragen onderzoekers zowel professionals die deze jongeren proberen bereiken en betrekken, als de Gen Z’s zelf. Wat opvalt? Zowel professionals als jongeren zelf plaatsen vraagtekens bij de term Generatie Z of Gen Z. To Gen Z or not to Gen Z?

Generatie wie?

De term Generatie Z is gekend, maar daarom niet alomtegenwoordig ingeburgerd in het werkveld. Termen zoals ‘zoomers’ of ‘digital natives’ of gewoonweg ‘jongeren’ worden minstens even vaak in de mond genomen. Bovendien wijzen professionals én Gen Z’s zelf op de wel erg uiteenlopende leeftijden en leefwerelden van Gen Z’s. Afhankelijk van de geraadpleegde bron, verwijst de term Generatie Z immers naar individuen geboren tussen 1995 en 2009. “We zeggen wel Gen Z, maar we focussen eigenlijk op de meerderjarige Gen Z’s omdat die vandaag meer koopkracht hebben”, aldus een bevraagde marketeer. “Het bevragen van minderjarige Gen Z’s is zoveel moeilijker, studies focussen vooral op 16+, meestal 18+”, aldus een geïnterviewde marktonderzoeker.

Wat bovendien uit eerste focusgroepen met Gen Z’s zelf naar voor komt, is dat de term Generatie Z een zodanig diverse groep omhelst, dat Gen Z’s zich soms moeilijk vereenzelvigen met de term. “Gen Z, dat is zowel iemand van 14 jaar die naar de middelbare school gaat als iemand van 21 die al werkt en een kind opvoedt. Nogal verschillend op het eerste zicht.”

Het einde van generationeel denken?

Over de zin en onzin van generationeel denken is al heel wat inkt gevloeid. Zowel auteurs als onderzoekscentra pikken gretig in op (het verklaren van) generationele verschillen. Denken in generaties geeft enerzijds een leidraad, een houvast. Anderzijds lijkt het soms erg op hokjesdenken: te beperkt om voldoende ruimte te geven aan de rijke diversiteit op zoveel verschillende vlakken die individuen kenmerkt. Zo wijst onder meer FutureKind op het einde van generationele marketing ten voordele van communities op basis van emotionele of culturele verbinding. Een perspectief dat ook Nele Pieters en Stefanie Duval in Community marketing omschrijven.

Socioloog Bobby Duffy (in de clip hieronder) probeert alvast uit te leggen hoe labels zoals boomer of millennial (mis)leiden, maar wijst ook op het nut van generationeel denken. “… because generations DO change society“. Wat Duffy onder meer aanhaalt: “The issues change but the gap between old and young stays the same. (…) Old and young ARE different on attitudes towards issues, but it is ALWAYS the case that the young are twice as likely to be comfortable with changing norms. Thinking today’s young are uniquely wrong or weird is a constant”.

Wie via interviews, focusgroepen of in bestaande studies op zoek gaat naar gemene delers, merkt inderdaad dat een reeks gemeenschappelijke kenmerken aan Generatie Z worden gelinkt vandaag (pragmatisch, inclusief, work/life masters, labeldoorbrekend,…). Wat niet uitsluit dat binnen deze zeer grote groep individuen heel wat verschillen bestaan, qua ervaringen, passies en interesses, etnische achtergrond, socio-economische situatie,.. Diversiteit die erkenning verdient. Stof tot nadenken…

Met het GenZLab willen we jongeren – GenZ’s – betrekken bij cocreatie rond diensten, producten en concepten voor de toekomst. Maar hoe activeer je jongeren om mee te stappen in zo’n verhaal? Why would Gen Z participate? Via interviews met marktonderzoekers en een beknopte kwantitatieve bevraging van 16- tot 21-jarigen (dus een subgroep van Gen Z) peilde GenZLab alvast naar de bereidheid van jongeren om deel te nemen aan (markt)onderzoek. Verdere kwalitatieve uitdieping (via focusgroepen) van de verkregen inzichten staat eveneens op het programma.

Hoe activeren marktonderzoekers Gen Z?

Wat marktonderzoekers deelden wordt – omwille van confidentialiteitsredenen – ingekort en samengevat als volgt:

  1. GenZ’s weten wat ze waard zijn en verwachten een substantiële financiële tegemoetkoming.
  2. Gaat het marktonderzoek over een topic dat hen boeit of wakker houdt, dan verloopt een onderzoek een pak vlotter en blijven jongeren langer geëngageerd.
  3. Om jongeren ‘vastgeklikt’ te houden zetten marktonderzoeksbureaus innovatieve (vaak digitale) technieken in. Van de vraagvormen tot de feedback die jongeren krijgen: nieuwe toepassingen worden via trial-and-error getest.

Wat zegt Gen Z zelf?

In een kwantitatieve bevraging van 16- tot 21-jarigen polste GenZLab naar de bereidheid van jongeren om aan specifieke onderzoekvormen deel te nemen (gaande van online focusgroepen tot het bijhouden van een dagboek in een app, van hackathons tot product reviews,…). Volgende zaken vallen op:

  1. Aan welk soort onderzoek namen jongeren het voorbije jaar het meest deel?
    Het invullen van online vragenlijsten steekt er met kop en schouders bovenuit, gevolgd door het beantwoorden van enkele vragen in een app. Daarna volgen op een min of meer gedeelde derde plaats focusgroepen, hackathons en brainstormsessies.
  2. Aan welk soort onderzoek zouden jongeren in de nabije toekomst deelnemen?
    Niet verwonderlijk: online vragenlijsten invullen. Producten testen en producten beoordelen spreekt jongeren eveneens aan, net als het eenmalig beantwoorden van vragen via een app.
    Wat hen absoluut minder aanspreekt? Op meer regelmatige basis vragen beantwoorden, foto’s uploaden, een dagboek bijhouden,… Ook telefonisch vragen beantwoorden is niet populair.
  3. Wat zou hen motiveren om deel te nemen aan onderzoek?
    Rekening houdende met de inzichten rond activatie uit de literatuur polste GenZLab naar concrete opties om jongeren te motiveren om deel te nemen aan onderzoek (zoals ‘je vrienden doen ook mee’, ‘je kan er persoonlijk iets uit leren’, ‘je leert nieuwe mensen kennen’, ‘je krijgt een kortingsbon’,…).
    De optie om punten te verzilveren voor school/studies motiveert deze jongeren in het middelbaar en hoger onderwijs heel duidelijk, net als het aanbieden van een financiële beloning. Extrinsieke motivatoren dus. Het feit dat het onderzoek door een vriend of familielid wordt georganiseerd (vb in het kader van een eindwerk) triggert jongeren eveneens om deel te nemen. Ook onderzoek dat als een leuke challenge met vrienden wordt voorgesteld spreekt aan.
    Wat trekt de bevraagde jongeren niet over de streep? Het feit dat onderzoek in de vorm van een game wordt voorgesteld motiveert hen in eerste instantie niet bijzonder om mee te doen. Ook het delen van onderzoeksresultaten na het onderzoek maakt weinig uit.

Sidenote: Gen Z is divers en niet elke jongere wordt op eenzelfde manier gemotiveerd om deel te nemen aan onderzoek. Een verdere opsplitsing naar welke type jongere op welke manier (al dan niet) getriggerd wordt is daarom relevant. Check ter inspiratie alvast de GenZ persona’s.

Persona’s. Love them or hate them? Nuttig of in-hokjes-denken? Over de zin en onzin van persona’s vloeide reeds heel wat inkt. Net als over de zin en onzin van generationeel denken. Hoe dan ook, GenZLab maakte 8 persona’s op op basis van literatuuronderzoek en focusgroepen met Gen Z’s zelf. Samen vormt dit geheel een werkinstrument om het concept ‘GenZ’ open te trekken. Om duidelijk te maken dat ‘jongeren’ of ‘generatie Z’ geen containerbegrippen zijn. Want hoewel GenZ’s kenmerken delen (digital natives, social media masters,…), is Generatie Z heel divers, zoveel is zeker!